Dojo etiquette

  1. De plek waar we oefenen noemen we dojo (“oefenen van de weg”) en werkt volgens de traditionele basisregels. De dojo symboliseert het slagveld: ieder ding, iedere persoon behoort op zijn plek te zijn.
  2. Iedereen dient daarom de regels te kennen, voordat hij de mat betreedt.
  3. Voor een beginner kan de etiquette omvangrijk en ingewikkeld overkomen. Door de ingebouwde herhaling went het echter snel. Gevorderde leerlingen assisteren hierbij.
  4. De regels zijn er niet alleen uit respect voor de traditie. Ze dragen ook bij aan de veiligheid in de dojo en de discipline voor de training.
  5. De gevorderden bewaken de gedragslijn van de dojo en tonen daarmee hun competenties en kwaliteiten. Wanneer de leraar ingrijpt, heeft de gevorderde leerling ruimte voor verbetering en groei.
  6. Het respecteren van de etiquette is essentieel. Juist in een traditionele omgeving ontwikkelen zich nieuwe inzichten.
  7. We streven ernaar om het unieke karakter van aikido zo puur mogelijk te houden.
  8. De dojo is de plek waar men “de weg beoefent” zoals die door meester Ueshiba is bedoeld. Zijn onderwijs verdient daarom respect.
  9. Als leerling draag je bij aan de ontwikkeling van een positieve werkomgeving en heb je respect voor een ander.
  10. De dojo is een plek waar men de mogelijkheid vindt om op een constructieve manier aan zichzelf te werken. Wie zich hieraan niet houdt, zal moeten veranderen of vertrekken.
  11. Door aikido krijg je een beter begrip voor je eigen persoonlijkheid. Bescheidenheid en tolerantie sieren de aikidoka. Hij heeft dan ook de morele verplichting om niemand met zijn technieken te blesseren om bijvoorbeeld het eigen ego te strelen.
  12. Elke vorm van disrespect is misplaatst, past niet bij een aikidoka en hoort niet thuis in de dojo.
  13. Elke vorm van competitie is in strijd met de principes van aikido en daarom verboden op de mat. Het doel is niet het bestrijden van een tegenstander maar juist om vredig te oefenen met een partner, het overwinnen van problemen en het vredig werken aan je ontwikkeling en met een respect, waaruit blijkt dat men het begrepen heeft.
  14. Oefen zonder uiterlijk vertoon, wees bescheiden en vermijd snuisterijen. Een correcte en rechtvaardige houding is voldoende en siert de aikidoka.
  15. Het groeten in aikido heeft geen enkele religieuze betekenis. Het is slechts teken van respect en vriendelijkheid.
  16. Een goede houding siert de aikidoka. Leun niet met je rug tegen de muur: de lichaamshouding is onder controle en moet op ieder moment gecontroleerd worden zodra je de seika tanden verlaat.
  17. De leraar kan altijd een leerling de toegang tot zijn dojo ontzeggen.
  18. Het lidmaatschapsgeld dient op tijd te worden betaald. In geval van financiële problemen, zijn er altijd regelingen mogelijk. Zoek in dat geval de uchi deshi op, belast met het cursusgeld. Wanneer je niet betaalt, getuigt dit van gebrek aan respect voor de dojo en de leraar.
  19. Wanneer je als leerling je lesgeld niet betaalt, ben je onverzekerd tegen ongevallen. Je mag daarom de mat dan niet betreden.
  20. Het lidmaatschap geldt per jaar; ook voor inschrijvingen tijdens het seizoen.
  21. Het betalen van cursusgeld geeft geen enkel recht, het toont slechts je dankbaarheid en bereidheid tot deelname. In ruil voor het onderwijs wordt bovendien van je verwacht dat je een bijdrage levert aan de dojo, beginnend met eenvoudige taken zoals matten leggen en schoonmaken, enz.
  22. Leden kunnen trainen bij één van de aangesloten dojo’s. Dit biedt een ieder de mogelijkheid om op een andere manier te oefenen. Iemand die regelmatig in een dojo traint waar hij niet ingeschreven staat moet dat bij de eerste keer zijn leraar vertellen; hij vertegenwoordigt immers zijn onderwijs. Ook dient de leerling de financiële vergoeding te regelen met de leraar van de dojo waar hij op bezoek gaat.
  23. De mat is symbolisch een slagveld. Het ondersteunt een goede training. Een goede concentratie, zoals op het slagveld, is essentieel.
  24. Elke leerling is gast van de leraar. De leraar beoordeelt of hij over de juiste morele, fysieke en gedragseigenschappen beschikt.
  25. De dojo behoort schoon en fris te zijn. De beoefenaars zorgen ervoor dat de dojo schoongemaakt, onderhouden en ingericht wordt.
  26. Wanneer je de kleedkamer uitloopt, moet je de buitenwereld vergeten: alle aandacht moet gericht zijn op de training. Vanuit martiaal oogpunt kan één seconde aandachtsverlies de dood betekenen.
  27. Aikido is geen sport. Je oefent misschien in een gymzaal, maar je beschouwt hem als dojo.
  28. Moderne omgangsvormen gelden ook binnen de dojo. Wanneer je te laat op de les verschijnt, wacht aan de rand van de mat totdat de leraar toestemming geeft om die te betreden.
  29. Uit respect en om veiligheidsredenen (blokkering van de luchtpijp) mag er op de mat mag niet worden gegeten of gekauwd.
  30. De mat mag niet worden betreden wanneer je onder invloed bent van drugs of alcohol.
  31. Men groet de tokonoma bij binnenkomst en als men de mat betreedt en verlaat. Men stapt eerst met de linkervoet naar binnen.
  32. Sieraden, piercings en protheses die tijdens de les een gevaar vormen moeten in de kleedkamer worden achtergelaten.
  33. Kleding moet heel en schoon zijn.
  34. Het lichaam is schoon en men loopt niet op blote voeten in de kleedkamers. Wratten en schimmelziektes kunnen snel opgelopen worden. Ook al is men nog zo zorgvuldig men mag niet op sokken lopen. De mat mag niet met schoenen worden betreden.
  35. De aikidogi is de kleding van de aikidoka. Jas en broek worden gedurende de beoefening compleet gemaakt met de hakama. Vrouwen dragen hun jas gesloten met daaronder een beha en T-shirt. De kleding moet altijd schoon, in goede staat (niet gescheurd) en droog zijn.
  36. De zoori (slippers) zijn naast elkaar op hun plek met de hakken tegen de mat.
  37. Ook toeschouwers worden beschouwd als deelnemers aan de les. Zij mogen de les niet verstoren door te praten, roken, eten of drinken.
  38. Zorg er altijd voor dat je partner en jijzelf veilig zijn.
  39. De aikidoka volgt het advies van zijn leraar op en probeert zijn aanwijzingen op te volgen. De leerling gaat daarover niet in discussie met de leraar; hij is immers te gast in de dojo. In het traditionele onderwijs heet de status van de leerling montei of monka. Zo heeft ieder huis zijn regels en is de bezoeker die zich hieraan niet houdt niet langer welkom.
  40. Elke leerling in het traditionele onderwijs begint ermee de leraar en gevorderden te kopiëren. Dit is een grote verantwoordelijkheid, want zo kan er kan een verkeerde techniek worden doorgegeven. Na verloop van tijd zoekt de leerling zijn eigen weg en kan autonomie bereiken. Hij is dan in staat om zijn eigen dojo te starten.
  41. Voor de les begint zorgt de aikidoka dat hij voldoende is opgewarmd, in seiza zit en een meditatiehouding aanneemt die geschikt is om te oefenen.
  42. De les start op tijd; kom daarom tijdig. De leraar komt als laatste op de mat en gaat er als eerste vanaf. Als de leraar afwezig of verlaat is zal een gevorderde leerling de les op tijd beginnen.
  43. In geval van blessures is het aan te raden deze eerst te verzorgen voordat men weer gaat oefenen. Stel je medeleerling en de leraar op de hoogte. Men mag in geen geval aandringen om de les te hervatten bij een beoefenaar die niet hersteld is.
  44. Bij de minst geringe hoeveelheid bloed moet, vanwege besmettingsgevaar, de beoefening worden gestaakt. Het bloed moet worden opgeruimd en wonden die niet hinderlijk zijn voor de beoefening, worden voldoende bedekt.
  45. Als je de mat wilt verlaten tijdens de les moet je eerst de leraar op de hoogte stellen. Zonder toestemming mag de mat in geen geval verlaten worden.
  46. Het eerste en laatste gedeelte van de les wordt zittend op de knieën (zarei) gegroet. Tijdens de beoefening moeten de partners als zij wisselen van techniek iedere keer aan het begin en aan het eind elkaar staand (ritsje rei) groeten. Na elke demonstratie groet men de leraar in zarei om vervolgens een partner te groeten voordat men begint met oefenen.
  47. Aan het begin en einde van de les zit je in seiza. Tijdens een demonstratie is het toegestaan om een meer ontspannen houding, zoals in kleermakerszit, te zitten. Als je niet bent uitgenodigd om te helpen demonstreren ga je zitten en luister je naar de uitleg. Aan het einde van de demonstratie groet je.
  48. Probeer tijdens de les het praten te vermijden. Meestal heeft het geen nut en vaak voldoet een simpel gebaar.
  49. Vraag een gevorderde niet uit sensatiezucht om iets te doen, te demonstreren of om zijn graad. Dat blijkt allemaal vanzelf tijdens de les. De gevorderde zal op zijn beurt al zijn aandacht richten op de opleiding van de beginners en onnodig zijn vaardigheden demonstreren.
  50. Als je een vraag wilt stellen aan de leraar volstaat het om hem met respect te wenken. Schreeuw of roep niet. Als de pedagogische omstandigheden het toelaten zal de leraar op je signaal reageren.
  51. Stop onmiddellijk aan het einde van oefening, groet je partner en ga zo snel mogelijk op je plek zitten. Bij begin en einde van de training zitten de leerlingen in rijen die een meter uit elkaar liggen. De gevorderden zitten gezien vanuit de leraar links, de beginners rechts.
  52. Aan het einde van de les wachten de leerlingen totdat de leraar de mat verlaat. Doorgaans geeft de leraar een teken dat de les is afgelopen.
  53. Men legt zijn wapens klaar door ze loodrecht op de mat uit het foedraal te leggen. De punten en snijkanten van de wapens mogen nooit in de richting van de tokonoma wijzen. De wapens dienen met respect behandeld te worden: men loopt niet met het wapen in de aanslag, stapt er niet overheen, botst of gooit met de wapens. Tijdens de les, wanneer men voor en na gebruik groet, is het wapen aan de rechterkant van het lichaam (rust). Tijdens het gebruik is het wapen aan de linkerkant. De wapens worden volgens het protocol op de partner gericht. Gebruik geen breekbare of beschadigde wapens om ongevallen te voorkomen.
  54. Richt nooit je wapen op iemand met wie je niet oefent.
  55. Wanneer je oefent met wapens, draag je het wapen, telkens na een oefening, op veilige wijze over aan je partner.