S
SETSUZOKU
Verbinding. Een verband houden tussen iemands centrum van massa (hara) en de buitengrenzen van de beweging, of tussen het eigen centrum van massa en die van de partner. Kan ook betekenen vloeibaarheid en continuïteit van de techniek. Op psychologisch niveau heeft setsuzoku te maken met de actie-respons timing tussen partners.
SHIKAKU
Letterlijk 'dode hoek'. Een positie ten opzichte van iemands partner waar het moeilijk voor hem/haar is om de aanval door te zetten, en van waaruit het relatief eenvoudig is om het evenwicht en de beweging van je partner te beheersen. De eerste fase van een aikido -techniek is vaak om shikaku te bereiken.
SHIKKO
Knie lopen, soms samurai lopen. Shikko helpt bij het bewust worden van de eigen centrum van massa. Ook versterkt het de heupen en benen.
SHINKEN SHOBU
Letterlijk: duel met levende zwaarden. Een gevecht tot de dood. Figuurlijk: een situatie die complete toegeving en concentratie vereist. De aandacht dat nodig is bij een aikido-training, alsof het een leven of dood duel met levende zwaarden is.
SHINNYO
Werkelijkheid, of hoe dingen werkelijk zijn. Een term die uit de boeddhistische filosofie (en vooral in het Zen -boeddhisme) om de aard van dingen aan te geven zoals ze worden ervaren, zonder conceptuele filter. Of dit uberhaupt mogelijk is gezien de neurologische / cognitieve samenstelling van de mens blijft een vraag. Zie ook ku.
SHINTO
De weg van de goden. De inheemse religie van Japan. De oprichter van aikido werd diep beïnvloed door Omotokyo, een religie die grotendeels gebaseerd is op Shinto -mystiek. (Zie Kami)
SHUGYO
Intense fysieke en mentale training om het karakter te perfectioneren en iemands ware aard te realiseren.
SOTO
Buiten. Buitenkant, buitenste. Een aikido -beweging buiten de arm(en) van de aanvaller. (Zie Uchi)
SUTEMI
Letterlijk: het lichaam weggooien. De houding waarbij men zich overgeeft aan de uitvoering van een techniek.
SUWARI WAZA
Technieken met zowel tori als aite in knielend. Ook wel suwate. De oorsprong van deze technieken ligt deels in het feit dat in aanwezigheid van een daimyo (feodale heer)samoerai op hun knieen moesten zitten. Zo moest het moeilijker zijn een Daimyo aan te vallen. Maar dit was ook een houding waarin men gasten ontving. In de hedendaagse aikido is suwari waza belangrijk voor het leren gebruiken van de heupen en benen.