Aikido begrippen

A B C D E F G H I J K M N O R S T U W X Y Z
N

NAGARE
Vloeiend. Een doel van aikido -praktijk is om te leren zich niet te verzetten tegen fysieke kracht, maar om er mee samen te vloeien, en om te leiden in het eigen voordeel.

NAGE
Gooien; ook de persoon die de worp uitvoert; de werper.

NAGEWAZA
Werptechnieken.

NAGINATA
Japanse hellebaard

NAKAIMA
Hier en nu.

NEN
Zuiverheid en eenheid van geest

NI
Een richting aanwijzing b.v. Shomen Ni Rei: Boog naar voren.

NIHON
Japan, ook wel Nippon.

NIKAJO
Verouderde term voor nikkyo.

NIKKYO
Tweede techniek, een klemtechniek.

NIN
Persoon.

NININDORI
Twee aanvallers, ook wel futaridori.

NINJA
Koerier en spion in feodaal Japan.

NITEN ICHIRYU
School van twee zwaarden, de zwaardschool van Miyamoto Musashi.

NO
"Van", b.v. Chudan no Kamae: Houding van de middenpositie.

NOTO
Het zwaard terugbrengen in de schede.

NUKI
Het trekken van het zwaard, ook wel batto.

NUKITE
Slag met de vingertoppen.