Vechtsport of krijgskunst

Vaak wordt mij de vraag gesteld of aikido zoiets is als judo of jiu jitsu. Mijn antwoord is dan “nee”. Vrijwel meteen daarna volgt dan de vraag waarin aikido dan verschilt van andere vechtsporten. Uit deze vragen is al af te leiden dat er onduidelijkheid bestaat over de verschillende disciplines. Een kleine uitleg lijkt mij daarom op zijn plaats. Grofweg is onderscheid te maken in drie soorten krijgsdisciplines.

  1. De gevechtskunsten vanuit het oorlogsstandpunt, het zogenaamde “bujitsu”. Dit zijn de disciplines die in de naam “jitsu” of “ryu” dragen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: jiu-jitsu, nin-jitsu en katori shinto-ryu. Het doel van deze gevechtskunsten is een tegenstander in een minimum van tijd uit te schakelen. Deze kunsten werden gegeven door een meester vanuit een ambachtelijk ondernemingsmodel van meester-gezel-leerling;
  2. De gevechtskunsten vanuit een spiritueel standpunt, het zogenaamde “budo”. Enkele voorbeelden hiervan zijn: aikido, iaido en kyudo. Dit zijn gevechtskunsten die een vervolmaking van de mens betrachten vanuit een krijgsdiscipline. Dit wil zeggen dat het beoogde doel niet de vernietiging van een tegenstander, maar de verbetering van de beoefenaar zelf is. Ook deze kunsten werden gegeven door een meester vanuit een ambachtelijk ondernemingsmodel van meester-gezel-leerling;
  3. De gevechtssporten die een sportieve prestatie beogen met daaruit voortvloeiend een bekroning; medaille, beker, Olympische Spelen. Een paar voorbeelden hiervan zijn: kendo, karate, judo en taekwondo. Het doel hier is de competitie. Een sport vanuit martiale oorsprong zou hier een betere benaming zijn. Dit soort sporten worden meestal in clubverband georganiseerd waarbij er sprake is van een bestuur die een sportleraar inhuurt om les te geven.

Een mooi voorbeeld van een gevechtskunst met oorspronkelijk een spirituele inslag dat later een sport is geworden is judo. Vanaf 1940-1950 zijn er in het judo categorieën ingevoerd met een strikte markering van verschillende graden (gekleurde banden) en gewichtsklassen. Tot die tijd werd judo georganiseerd zonder categorieën. Vroeger had dan ook niemand het excuus gebruikt dat hij had verloren omdat de andere zwaarder was. De krijgskunst gaat ervan uit dat je tegen iedereen moet kunnen standhouden.